Chaïm (88): discriminatie is funest voor de wereld
Steeds minder mensen kunnen nog uit eigen ervaring vertellen over de Tweede Wereldoorlog. Chaïm is 6 jaar oud als de oorlog uitbreekt. De anti-Joodse maatregelen gelden ook voor hem, zoals het verplicht dragen van de Jodenster.

Toen Chaïm Alster in 1936 werd geboren in Berlijn was het leven allesbehalve makkelijk. Hitlers macht in Duitsland en de opkomst van de nazi’s maakt het leven ondragelijk. Het gezin vlucht naar Amsterdam, maar ook daar zijn ze als Joden niet veilig. Wat volgt is een leven vol angst, vluchten, verlies en discriminatie.
Vertellen om niet te vergeten
Chaïm (88) doet zijn verhaal voor een derde klas van middelbare scholieren in Amstelveen. In aanloop naar Bevrijdingsdag – dit jaar vieren we 80 jaar vrijheid – vertelt hij zijn familiegeschiedenis twee keer per week. Na de gastles is de emotie van zijn gezicht af te lezen.
Chaïm, zijn ouders en twee broers mogen tijdens de Tweede Wereldoorlog vanwege hun afkomst nergens aan meedoen. Joden worden verbannen uit concertzalen, winkels en andere publieke ruimtes. Meer dan honderdduizend Joden, maar ook bijvoorbeeld Sinti en Roma in Nederland, duiken onder of worden vastgezet in vernietigingskampen. Chaïm moet een Jodenster dragen. “Gebrandmerkt als een stuk vee, zo voelde ik mij.”
Ik voelde mij echt een buitenstaander. Op straat werden we nageroepen: ‘ze zijn jullie vergeten te vergassen’.
Omdat er steeds meer verhalen rondgaan over de grootschalige genocide op Joden, vlucht het gezin opnieuw. Dit keer naar het neutrale Zwitserland. De familie moet eindeloos veel lopen door België, Frankrijk, langs grensposten en door bezette gebieden.

“We hadden iedere dag angst om opgepakt te worden”, zegt Chaïm terugkijkend op die periode. Volgens hem is het een kwestie van geluk dat ze Zwitserland zonder kleerscheuren hebben bereikt.
Daar kan het gezin in relatieve vrijheid leven. Op andere plekken van de wereld gaat het er een stuk heftiger aan toe. Een voor een worden mensen opgepakt, vastgezet en vermoord. 75 procent van de Joden in Nederland komt om. Oma is van de familie Alster in Amsterdam de enige overlevende.
Opgelucht, maar niet voor lang
Verdrietig door het verlies, maar ook opgelucht door het einde van de oorlog, keert Chaïm met zijn ouders en broers in 1946 terug naar Amsterdam. Het ouderlijk huis blijkt te zijn overgenomen door een ander gezin, inclusief alle spullen.
Daar, in ‘zijn Amsterdam’, probeert hij het leven weer op te pakken. Chaïm voelt zich gediscrimineerd en buitengesloten. Want de oorlog kan dan wel voorbij zijn, de Jodenhaat was springlevend. “Ik voelde mij echt een buitenstaander.”
Als gastspreker wil Chaïm vooral duidelijk maken welk effect uitsluiting en discriminatie heeft op een mens. Die boodschap blijft hangen bij de derdeklassers. Ze luisteren een uur lang met open mond naar zijn verhaal. “Want,” sluit hij af, “discriminatie gebeurt nog steeds. Mensen worden nog steeds uitgesloten vanwege hun uiterlijk. Dit onderwerp is actueler dan ooit.”
iedereen verdient vrijheid
De verhalen uit de Tweede Wereldoorlog moeten we levend houden; ze leren ons de waarde van vrijheid. Stichting Vluchteling zet zich dagelijks in om de verhalen van vluchtelingen te vertellen. Want iedereen verdient de vrijheid om te leven.