De Klapstoel: Tineke Ceelen in gesprek met Eva Hoeke

Tineke Ceelen, directeur van Stichting Vluchteling, mocht plaats nemen op 'De Klapstoel' van Eva Hoeke voor haar wekelijkse rubriek in Het Parool.

Maren-Kessel

“Een kerkdorp in de gemeente Oss, provincie Noord-Brabant, zo’n dorp waar iedereen weet wie iedereen is. Mijn vader en moeder wonen er nog steeds. Ik kom er tegenwoordig ook weer elk weekend omdat mijn vader parkinson heeft. Mijn moeder is nog hartstikke fit, die mankeert niks, maar ze is wel al 75, dus haar wil ik zo veel mogelijk ontlasten. Inmiddels roept Maren-Kessel warme gevoelens op, maar als kind wist ik niet hoe snel ik er weg moest komen. Na de middelbare school wilde ik naar een kibboets, maar dat was een brug te ver voor mijn behoudende, bezorgde ouders, dus toen ben ik maar een jaar naar Tante Betty en Ome Jan in Canada gegaan. Dat ging nét.”

Tibet

“Daar heb ik drie jaar gewoond en gewerkt voor het Rode Kruis. Ik wilde per se weten of ik het zou redden in een land waar alles anders was – als de tolk ‘s avonds naar huis was, verstond ik niemand meer. En toch voelde ik me er direct thuis: als ik uit het ene raam keek, zag ik bergen, uit het andere het Potalapaleis van de dalai lama. Dan neem je een hoop voor lief. Ik geloof overigens wel dat ik meer aan Tibet heb gehad dan Tibet aan mij: ik deed wat ik kon maar ik had natuurlijk geen idee. Ja hallo, ik was 33.”

Worstenbroodje

“Als wij vroeger terugkwamen van de nachtmis – de enige keer per jaar dat wij in de kerk kwamen – maakte onze moeder worstenbroodjes. Zelf maak ik ze niet, want ik heb een godsgruwelijke hekel aan koken. Het duurt allemaal zo lang: je moet boodschappen doen, je moet het schoonmaken, snijden, in de pan doen en dan moet je er nog bij gaan staan opletten ook want anders brandt de hele bende aan. Ik kook wel hoor, dat ben ik aan mijn dochter verplicht. Maar ik sta er flink bij te vloeken.”

Generaal Rambo

“Mijn eerste reis voor Stichting Vluchteling was naar Liberia, waar de burgeroorlog toen op zijn hoogtepunt was. Monrovia werd omringd door rebellenlegers, die voor een flink deel bestonden uit gedrogeerde kindsoldaten die zich Generaal Rambo of Terminator noemden – en je werd pas generaal als je meer dan vijftig moorden had gepleegd. Ik zal nooit vergeten dat ik daar een meisje zag zitten dat had gezien hoe haar vader werd onthoofd, en die vervolgens drie dagen met dat hoofd op haar schoot had gezeten. Bevel van de generaals. Van zulke kinderen vraag je je af: hoe moeten die ooit de kracht vinden om het leven weer beet te pakken? Zulke beelden blijven je de rest van je leven bij.”

Vijfsterrenhotels

“Hoe vaak ik op Twitter niet te horen krijg: leuk hè, op kosten van donateurs pretreisjes maken! Die mensen hebben echt géén idee. De ene keer slaap je op de stoep, simpelweg omdat er geen hotel is, of je slaapt in een hotel waar de ratten onder je bed door racen, omdat alle andere hotels zijn volgeboekt of ingestort door een aardbeving. En de andere keer slaap je in een vijfsterrenhotel omdat dat de enige veilige optie is: je bombardeert natuurlijk niet zo snel een hotel waar alle hulpverleners en journalisten verblijven. Maar dat ik uitsluitend in vijfsterrenhotels zou slapen, is volstrekte onzin: mijn slaapomstandigheden zijn net zo kleurrijk als het land zelf.”

Diabetes

“Dat is een enorme rotziekte die ik nu tien jaar heb, compleet met een pompje waar ik altijd aan vastzit. En daar baal ik gigantisch van, want het is heel high-maintenance: je moet ter controle naar het ziekenhuis, je hebt altijd zó’n rugzak bij je met naalden en toestanden… Dat is niet ideaal in crisissituaties; vertel zo’n gedrogeerde kindsoldaat maar eens dat zo’n pompje geen begerenswaardige iPod is. En van die 25 kilo die er nu ineens aanzitten, word ik ook niet vrolijk. Mijn lijf is mijn lijf gewoon niet meer. Ik weet dat ik dat moet accepteren, maar dat wil nog niet erg lukken.”

Salaris

“Ik word regelmatig gebeld door donateurs die willen weten wat ik verdien, en dat is zelden een zuiver informatieve vraag. En ja, wij bestaan van publieke gelden, dan moet je openheid van zaken geven en salarissen betalen die schappelijk zijn. Maar er bestaat ook nog zoiets als privacy. Wat ik verdien? O, dat weet ik niet eens uit mijn hoofd, maar het staat op onze website, dus als je het echt wilt weten, kijk je daar maar op. Het is vernederend om je salaris te moeten verdedigen, om steeds uit te moeten leggen dat je er heus wel hard voor werkt. De discussie is rellerig geworden. Tien jaar geleden ging men uit van het goede, nu zijn hulpverleners zakkenvullers.”

Strijkstok

“Mensen gaan ervan uit dat de euro die ze geven, in z’n geheel aankomt bij het slachtoffer, maar dat is onmogelijk: die euro heeft geen pootjes, die maakt zichzelf niet over en die weet ook niet welk slachtoffer hem het meeste nodig heeft. Van jouw euro gaat dus een behoorlijk hap af voordat die wordt omgezet in dekens of rijst of tenten. Maar die kosten moet je maken, anders komen die tenten er überhaupt niet. Noodhulpverlening is duur, punt. Als je die kosten niet wil dragen, moet je een einde maken aan de oorlog.”

Agnes

“Het kostbaarste in mijn leven, een cadeau dat ik heb overgehouden aan Tibet. Agnes is veertien, en het is een heel lief, meegaand, aardig en sociaal meisje. We wonen in Noordwijk, als ik op reis ben, past mijn zus Dorine op haar. En soms neem ik een betaalde oppas in huis, dat is rustiger voor alle partijen. Nee, dat vindt Agnes niet erg. Ze is een kind hè, die passen zich makkelijk aan. Alhoewel: ze begint nu wel vragen te stellen, dat heeft ze jaren niet gedaan. Maar nooit op een vervelende manier, ik kan haar heel goed uitleggen waarom ik doe wat ik doe. Bovendien heeft ze zelf ook interesse in andere culturen, dat merk ik vooral aan haar voorkeur voor vakanties: die mogen alleen nog maar ver en exotisch.”

Angelina Jolie

“De ambassadeur van UNHCR. We reizen vaak naar dezelfde crisisgebieden, maar ik heb haar nog nooit ontmoet. Kan ook niet: ze wordt enorm afgeschermd. Ik denk overigens wel dat haar belangstelling oprecht is. Ze verdiept zich, stopt er geld in… Dat geldt niet voor alle ambassadeurs van goede doelen. Dan hoor je weer zo’n BN’er over een reis die hij heeft gemaakt, of ze vertellen erover alsof ze er een mensenleven hebben gewoond… Totaal ongeloofwaardig. Stichting Vluchteling heeft dan ook geen officiële ambassadeurs. Klaas Drupsteen doet veel voor ons, en Hadassah de Boer en Waldemar Torenstra ook. Dat doen ze allemaal gratis en vol inzet. Maar het blijft een gevoelig punt: over het algemeen heeft het woord ambassadeur voor mij een negatieve lading.”

Liefde

“Tsja, wat moet je daarop zeggen? Ik heb Agnes, dat is mijn nummer 1, 2, 3 en ga zo nog maar een heel eind door. Met haar vader hebben we geen contact meer, daar hebben we allebei geen behoefte aan. Ik zou hem wel kunnen vinden hoor, maar het hoeft niet. En een nieuwe relatie hoef ik ook niet. Ik heb een drukke baan, ik heb een zieke vader, ik heb zelf een ziekte – ik zou niet weten hoe ik die man in mijn leven zou moeten inpassen. En daarnaast ben ik nog graag alleen ook. Je kunt me geen groter plezier doen dan me in mijn eentje op de bank te laten zitten met de krant en een glas wijn. Héérlijk. Ik moet er niet aan denken dat daarnaast dan iemand herrie zit te maken.”

Twitter

“Heerlijk. Het is grappig, het is spannend, ik leer mensen kennen die ik normaal nooit ontmoet zou hebben… En voor iemand die verslaafd is aan nieuws is het helemaal geweldig. Soms is het is een open riool ja, maar dat soort mensen blokkeer ik. Ik zie geen énkele reden om een hoge bloeddruk te krijgen van mensen die ik niet ken. En daar ben ik vrij rücksichtslos in: op sommige avonden blokkeer ik er zo honderd. Hup, weg d’r mee.”

Rauwdouwer

“Ik ben geen barbiepop, nee. Sterker nog, ik kan daar niet eens mee omgaan. Ik heb twee zussen die poppetjes zijn, met mooie nagels en mooie kleertjes, en eerlijk is eerlijk: het ziet er hartstikke mooi uit. Maar ik moet er niet aan denken. Ja, ik draag altijd jurken, want ik heb wel zelfrespect: dat ik voor mijn baan met mijn poten in de modder sta, betekent nog niet dat ik er als een slons uit hoef te zien.”

Moraalridder

“Het is puur geluk als je wordt geboren in een land waar je overal recht op hebt. Recht op gezondheidszorg, recht op scholing, recht op een uitkering: noem maar op. De meeste mensen hebben dat niet, en dat geeft jou de plicht om medemenselijk te zijn. En daarmee bedoel ik niet dat je de helft van je salaris over moet maken, maar ik verwacht wel dat je belangstelling hebt voor een ander. En als je dat niet hebt… Daar word ik heel boos en opstandig van. Ja, elke keer weer.”

Jaloezie

“De media weten mij goed te vinden, en ik hen ook. Niet iedereen vindt dat even leuk, sommigen vinden zichzelf beter of belangrijker. Maar dan denk ik: nou, doe het dan? Loop zelf een stapje harder, het komt mij ook niet aangewaaid. Soms word je gek van alle commentaar. Maar ik ben geen bittere vrouw, zeker niet. En ik hoop ook niet dat ik dat ooit word. Als je niet meer kunt lachen houdt alles op.”

Jeanine Hennis

“Dappere vrouw. De eerste vrouwelijke minister op Defensie, een mannenbolwerk. En dan ook nog met zo’n grote bezuinigingsopdracht, dat is niet eenvoudig. Dan is het logisch dat er veel kritiek komt. Er zal ook best wel iets in zitten, in die kritiek, maar ze staat er wel. En dat is te prijzen.”


Bron: Eva Hoeke / Het Parool


Stichting Vluchteling
English
sluit