Directeur Tineke Ceelen: “Juist dáárom moeten we helpen”
Ieder mens verdient een thuis. Een plek waar je opgroeit en je veilig voelt. Maar op dit moment zijn meer dan 100 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog en geweld. Zij hebben geen eigen thuis meer en zijn alles kwijtgeraakt. Juist nu, in tijden van nood, is onze steun van levensbelang, stelt onze directeur Tineke Ceelen. Lees haar oproep.
‘De vreselijke kou’, was het antwoord op mijn vraag wat het zwaarst was, in haar jonge jaren in de Tweede Wereldoorlog. De bejaarde dame, een overlevende van de Duitse vernietigingskampen, hoefde er niet over na te denken. De kou, die bijtende, pijnlijke en als je niks hebt, onverslaanbare kou.
Ik moet nog vaak aan deze mevrouw denken als ik in de winter landen als Syrië, Libanon of Afghanistan bezoek. En nu moeten we ons ook ernstige zorgen maken over de burgers van Oekraïne, de vluchtelingen op de Balkan en zij die door de Wit-Russische dictator Loekasjenko de grens over geduwd worden, regelrecht de Poolse oerbossen in waar de autoriteiten een stuk minder gastvrij zijn dan voor hun Oekraïense buren. Ik was daar vorig jaar bij de begrafenis van een jonge jongen, die de kou, de nattigheid en ellende niet overleefde.
Juist deze winter moeten we bang zijn voor doden, onder oud en jong, zwak en sterk. Niemand kan zich zonder goede kleding of verwarming wapenen tegen temperaturen van wel twintig graden onder nul. In de Bekaa vallei in Libanon valt elk jaar een dik pak sneeuw, net als in het noorden van Syrië en in Afghanistan. Ik zag in die landen veel kinderen met hun blote voeten in plastic sandalen. Ondergelopen tenten, onderkoelde baby’s, ijskoude huizen van vluchtelingen, vaak zónder ramen of deuren, zónder enige vorm van verwarming.
Ook wij hier in het rijke Westen zien de komst van de winter met angst en beven tegemoet. De energierekening dreigt voor velen zelfs mét prijsplafond onbetaalbaar te worden. Andere basale kosten voor levensonderhoud lopen ook rap op. Dat laatste geldt overigens evenzeer voor de landen die ik net noemde. De oorlog in Oekraïne, de economische problemen, klimaatverandering, corona: ze laten hun dure sporen na. Juist de allerarmsten, de allerkwetsbaarsten, zien de bodem onder hun bestaan wegvallen. In de koudste landen, maar ook in de Sahel, in Myanmar en Venezuela, Colombia of Congo.
Daarom moeten we helpen. Juist nu. In tijden van nood is uw steun van levensbelang.
Mag ik u vragen ook aan hén te denken, zij die niets meer te bezuinigen hebben.
Dank u wel.
Tineke Ceelen
Directeur Stichting Vluchteling