Project Frontline: “Geen toegang hebben tot mensen in nood is geen optie”

Naarmate conflicten langer duren en complexer worden, bevinden mensen in nood zich vaker op risicovolle plekken. Voor hulporganisaties wordt het steeds moeilijker hen te bereiken en van hulp te voorzien. Project Frontline zet zich dagelijks in om dit aan te pakken. “Verbeterde humanitaire toegang is een dringende kwestie. Vaak zijn juist diegenen die in de hoogste nood verkeren, het moeilijkst te bereiken,” vertelt Barbara Boekhoudt, specialist Humanitaire Toegang bij Stichting Vluchteling.

Vluchtelingenkamp in Bangladesh

Project Frontline

Project Frontline, een initiatief van Stichting Vluchteling dat begin 2020 van start ging, werkt aan de verbetering van humanitaire toegang tot mensen in nood die om allerlei redenen, variërend van politiek tot veiligheid, moeilijk te bereiken zijn. Momenteel zijn we vooral actief in Burkina Faso, Myanmar en Jemen.

Toegang tot vluchtelingen en ontheemden in conflictgebieden wordt steeds complexer voor hulpverleners. Naast het sluiten van grenzen, het opleggen van beperkingen aan hulporganisaties, groeiende onveiligheid en gebombardeerde wegen, zorgt het recordaantal van bijna 80 miljoen mensen op de vlucht, voor een moeilijke context. Ondanks het feit dat de hulp aanwezig is, is het dus niet vanzelfsprekend dat hulpverleners vluchtelingen en ontheemden daadwerkelijk kunnen bereiken door vele obstakels:

Partijen in het conflict proberen de noodhulp te beïnvloeden. Hulpverleners zijn soms doelwit van ontvoeringen en aanslagen. Ook moeten we steeds vaker lange bureaucratische processen doorlopen en dwingt antiterrorismewetgeving ons in allerlei bochten te wringen om ons werk te kunnen doen.

Portretfoto van vrouw (Barbara) Barbara Boekhoudt

Slimme omwegen

Processen om humanitaire toegang te krijgen tot conflictgebieden, worden niet alleen besproken met nationale overheden. In Burkina Faso, vertelt Boekhoudt, heeft de overheid bijvoorbeeld niet de controle over het gehele grondgebied. Verschillende gewapende groepen voeren de regie over bepaalde streken, wat voor uitdagingen zorgt. Project Frontline bedenkt hier oplossingen voor.

“Wij helpen waar de nood het hoogst is, ongeacht wie er de macht uitoefent. De toegang van mensen tot noodhulp staat voorop. Om dat te realiseren, is het belangrijk dat alle partijen ons kennen, weten wat wij komen doen en waarom,” vertelt Boekhoudt. Contact opbouwen en het vertrouwen winnen van verschillende groepen en gebieden kost tijd en moeite. Het vinden van een ‘entry point’ is daarbij essentieel:

“In Burkina Faso kregen we bijvoorbeeld de kans om een klein project op te zetten; het aanleggen van een waterput in een gebied waar we nog niet eerder hadden gewerkt. Door te laten zien dat we daad bij woord voegen, bouwen we aan een vertrouwensband. Zodra je dat voor elkaar hebt, kan je vanuit die positie de noodhulpverlening verder uitbreiden.”

Project Frontline is, behalve in Burkina Faso, ook actief in Jemen en Myanmar. In Myanmar is net een militaire coup geweest, waardoor de hulpverlening ook daar om aanpassingen vraagt: 

Complexe conflicten veranderen voortdurend. Onze strategie voor toegang tot vluchtelingen en ontheemden is daarom ook constant in beweging: netwerken moeten opnieuw opgebouwd worden, vertrouwen opnieuw gewonnen. Dat doen we voornamelijk door hoogwaardige en relevante hulpprogramma’s aan te bieden. Dat is waar humanitaire toegang om draait!

Portretfoto van vrouw (Barbara) Barbara Boekhoudt

Humaniteit, onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid

Hoe onderhandelen we het beste met verschillende partijen om toegang te krijgen tot een bepaald gebied? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat noodhulp daadwerkelijk bij de juiste mensen terecht komt? Hoe zien we daarop toe in gebieden waar onveiligheid en onvoorspelbaarheid heerst? Over die vragen buigt Stichting Vluchteling, samen met haar partners International Rescue Committee en INTERSOS, zich dagelijks.

Project Frontline leert hulpverleners, vaak in samenwerking met Instituut Clingendael, verschillende onderhandelingstechnieken en belangrijke ‘red lines’ te herkennen. Oftewel; welke soort afspraken wel en niet gemaakt kunnen worden en waar de grens ligt, zowel met overheden als gewapende groeperingen, actief in hulpbehoevende gebieden.

Bij de bepaling van die grenzen staan vier principes centraal: humaniteit, onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid. “Kern is dat we mensen op een zo waardig mogelijke manier bijstaan”, legt Boekhoudt uit.

Hulpverleners leren ook kritisch om te gaan met lastige situaties en verzoeken. Denk hierbij aan partijen die hulpverleners vragen ‘belasting’ af te dragen, personeelswerving proberen te beïnvloeden of persoonsgegevens opeisen van mensen die hulp ontvangen om bijvoorbeeld te controleren of er geen ‘terroristen’ tussen zitten.

Verzoeken van dit kaliber wijzen we in principe af, zelfs als dit de relatie onder druk zet. Voor ons is het belangrijk om ons werk op principiële wijze te kunnen doen en mensen niet in gevaar te brengen.

Portretfoto van vrouw (Barbara) Barbara Boekhoudt

Extra onrust

Humanitaire toegang kan ook verhinderd worden door internationale sancties of wetgeving van andere landen. In Jemen, een land verscheurd door oorlog, zorgde het beleid van de Verenigde Staten eind vorig jaar voor spanningen. De VS bestempelde de Houthi’s, als één van de strijdende partijen, namelijk als ‘terroristische groepering’. Hulpverlening op locaties onder controle van de Houthi’s zou daardoor ernstig bemoeilijkt kunnen worden, met als gevolg dat hulpbehoevende Jemenieten hier de dupe van zouden zijn

“Om onze strategie te bepalen, keken we eerst welke veranderingen zo’n terrorisme-label teweeg zou brengen. Op basis van deze risicoanalyse, troffen we voorzorgsmaatregelen om de impact op onze hulpverlening zo klein mogelijk te houden. Daarnaast bespraken we, samen met andere organisaties, onze zorgen met de Amerikaanse overheid. De VS kwam uiteindelijk terug op dit besluit, dus namen de spanningen af.”

Antiterrorisme wetgeving, maar ook sancties tegen bijvoorbeeld autoritaire regimes, beperken de noodhulpverlening steeds vaker. Ook in Nederland is er wetgeving op handen die humanitaire toegang kan belemmeren. Hulpverleners zouden toestemming van de Nederlandse staat moeten krijgen voor ze actief kunnen worden in gebieden onder controle van groepen met het terrorisme-label. Stichting Vluchteling lobbyt samen met andere organisaties om die wet van tafel te krijgen.

Geen toegang is geen optie

Voor Project Frontline is géén toegang hebben tot mensen in nood simpelweg geen optie, stelt Barbara Boekhoudt. Onze hulpverleners leren de aankomende jaren doelgericht, kritisch en zelfverzekerd met de uitdagingen om te gaan en humanitaire toegang te waarborgen.


Stichting Vluchteling
English
sluit