‘Wateroorlog’ treft projecten Stichting Vluchteling in Burkina Faso
In Burkina Faso zijn er dit jaar al tientallen aanvallen geteld op de watervoorziening voor burgers en vluchtelingen. Hulporganisaties spreken van een nieuw soort oorlog, die van water een wapen maakt. Ook drie waterpompen in Djibo, gefinancierd door Stichting Vluchteling, zijn onlangs aangevallen.
In Burkina Faso zijn er dit jaar al tientallen aanvallen geteld op de watervoorziening voor burgers en vluchtelingen. Hulporganisaties spreken van een nieuw soort oorlog, die van water een wapen maakt. Ook drie waterpompen in Djibo, gefinancierd door Stichting Vluchteling, zijn onlangs aangevallen.
Vijftien hulporganisaties luiden de alarmbel na meer dan dertig aanvallen op waterputten en tankwagens, de vergiftiging van bronnen en sabotage van de generatoren die pompen aandrijven. De organisaties spreken van water als nieuw oorlogswapen: 290.000 mensen zijn direct getroffen door de aanvallen, en zelfs 520.000 als de gevolgen van aanvallen op het elektriciteitsnet worden meegeteld.
‘We zien aanvallen op watervoorzieningen intensiveren. Volgens het veldteam in Djibo zijn er vier aanvallen op onze waterpompen geweest. We hebben dit niet eerder zo gezien in Burkina Faso’, zegt Mouhamadou Abdoulaye Diaw van onze partner IRC in Burkina Faso.
3 liter water per dag
De meeste vernielingen gebeuren in Djibo, de stad met de meeste ontheemden. De inwoners moeten het er doen met minder dan 3 liter water per persoon per dag, voor zowel hygiëne, drinkwater als om te koken. Dat is ongeveer de helft van wat ze vóór de aanvallen hadden: zo’n 6 liter. Maar ook dat was al bijzonder weinig: volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een mens in een noodsituatie minstens 15 tot 20 liter per dag nodig. De gemiddelde Europeaan gebruikt 150 liter water per dag.