Zarnegar uit Afghanistan: ‘Op weg naar een beter leven stierf mijn zoon Hasib’
Zarnegar uit Afghanistan ging noodgedwongen op de vlucht. Dat eiste een afschuwelijk hoge tol. Door een ongeluk in een vluchtelingenkamp in Griekenland verloor ze haar oudste zoon Hasib. ‘Mijn dochter zegt iedere morgen: niet huilen mama.’
Zarnegar (30) wacht bij hulporganisatie Greek Forum of Migrants in Athene op haar maandelijkse tassen met voedsel, om haar hals een sisaltouwtje met sleutels van haar appartement. Terwijl vrijwilligers de plastic zakken vullen met rijst, olie, pasta etc. speuren dochters Sharifeh (6) en Farideh (12) in de hoek met kleding en kinderspeelgoed naar iets van hun gading. ‘Zonder de voedseltas zou ik niet weten hoe ik mijn kinderen moest voeden’, zegt Zarnegar met zachte stem. Het is is niet genoeg voor de hele maand maar iedere dag gebruiken we er iets van.’
Drie jaar geleden ontvluchtte ze met haar man en zes kinderen via een mensensmokkelaar Afghanistan. Zoon Hamid (14), een stille jongen, denkt vaak terug aan die barre tocht over de bergen: ‘we liepen twaalf uur in de sneeuw, mijn voeten deden pijn van de kou, ik kon niet meer. De rugzak met eten heb ik daar achter moeten laten. We werden met veertien mensen in een auto gepropt en moesten toen in een huis wachten op een bootje. Ik was bang om te verdrinken want ik kan niet zwemmen, maar we mochten het huis niet uit om reddingsvesten te kopen. Eenmaal op zee, zagen we hoe een klein jongetje van een andere boot in het water verdween.’
“Waren we maar niet naar Griekenland gekomen”
Toen ze tien maanden in kamp Malakasa zaten, sloeg het noodlot ook bij hen toe, vertelt Zarnegar. ‘Mijn oudste zoon Hasib werd voor de tent doodgereden door een truck, we zagen het gebeuren. Sindsdien blijf ik maar denken: waren we maar niet naar Griekenland gekomen, dan leefde hij nog. We hebben de Taliban, zelfmoordaanslagen en de vlucht overleefd maar hier sterft mijn zoon.’
‘Mijn man is compleet ingestort, hij gebruikt medicijnen en kan door de stress niet werken. Ik huil iedere dag als ik aan Hasib denk. Hij was te klein toen hij geboren werd, dag en nacht waakte ik over hem. Ik mis hem enorm, hij was heel slim en zo lief voor ons. Sharifa lijkt op hem en als ik haar zie, zie ik hem. Ik droom iedere nacht over hem en praat in gedachten met hem. Als ik een grote vrachtwagen zie, denk ik terug aan het ongeluk en begin ik van top tot teen te trillen. Er is veel stress thuis, mijn man en ik hebben vaak ruzie. Iedere dag voelt alsof het ongeluk vandaag is gebeurd. Mijn man is bang dat ik gek word.’
Na het ongeluk ervaarden ze geen medeleven vanuit de kampleiding. Wel kregen ze kort daarna een appartement in Athene toegewezen waar ze de uitslag van hun asielverzoek verder konden afwachten. Het appartement oogt uiterst pover, zonder persoonlijke spullen, er liggen wat matrassen op de vloer, een kale keuken. Het balkon is gebarricadeerd met een wasrek, gaas en touwen. ‘Het zal me niet nog een keer gebeuren dat een kind verongelukt’ zegt Zarnegar beslist. De jongere kinderen durft ze niet alleen buiten te laten spelen. ‘Ik ga af en toe met mijn jongste dochter Azizeh (5) naar Victoriapark, waar ze kan spelen met kinderen van andere Afghaanse mensen.’
Een onzekere toekomst
De kinderen gaan graag naar school. Hamid: ’ik houd van leren, ik wil Engels leren en hoe ik met iedereen goed kan communiceren.’ Iedere dag voetbalt hij met vrienden. ‘Dat deed ik ook in Afghanistan, ik ben best goed’, zegt hij verlegen. De dood van zijn broer ziet hij als een straf van God. ‘Mijn moeder zegt dat het voorbij zal gaan maar ik denk er iedere dag aan.’ Op vrijdag gaat hij altijd met zijn vader en broer Omid naar de begraafplaats. ‘Als ik Hasib’s foto op het graf zie, moet ik huilen, mijn broer kan het niet aan om naar de foto te kijken.’
Onlangs heeft de familie een positief besluit gekregen op hun asielverzoek. Het goede nieuws wordt overschaduwd door de mededeling dat ze over een week het huis moeten verlaten en dat de maandelijkse toelage stopt. Ze moeten het nu, zonder enig vangnet, verder zelf uitzoeken. Zarnegar is wanhopig: ‘Straks hebben we geen huis meer. Waar moeten we dan wonen en van welk geld moeten we leven?’
Hoe de toekomst eruit zal zien, is onzeker, zegt Zarnegar. ‘We weten niet eens hoe morgen eruit ziet, alles ligt in Gods handen.’ Over drie jaar wordt het graf geruimd, zegt ze. ‘We zullen daarop wachten en brengen Hasib dan naar een moslimbegraafplaats in Turkije. Daarna willen we naar een ander land, Griekenland herinnert ons teveel aan het ongeluk.’
Hulp voor kwetsbare gezinnen
In de Griekse hoofdstad Athene hebben duizenden mensen op de vlucht niet genoeg te eten of voldoende geld om hun eerste levensbehoeften mee te betalen. Samen met onze partner INTERSOS en het Griekse Migrantenforum zijn we in actie gekomen om deze mensen bij te staan. In Athene delen we voedsel uit aan meer dan 500 kwetsbaren, waaronder Zarnegar en haar familie. Mede dankzij jullie steun, is onze hulp mogelijk. Daarnaast helpt het Griekse MigrantenForum het gezin onder andere met voedsel, de rechtszaak in verband met het ongeluk en een doorverwijzing voor traumaverwerking.
Artikel & fotoreportage: Goedele Monnens en Clemy de Rooij