Zes vragen over vluchtelingen die je eigenlijk niet durft te stellen
Met de komst van honderdduizenden vluchtelingen die per boot op de Griekse eilanden arriveren, komt de 'vluchtelingencrisis' plotseling heel dichtbij voor veel Europeanen. Soms lijkt het alsof ‘iedereen’ nu ‘hier’ komt. Maar veruit het overgrote deel van de 60 miljoen vluchtelingen en ontheemden wereldwijd wacht in de buurt van ‘thuis’, in buurlanden, om terug te kunnen keren.
Het overgrote deel van de vluchtelingen wordt opgevangen in de regio.
Deze opvang in de regio schiet op veel plekken echter tekort. Het zorgt ervoor dat vluchtelingen nu hun heil verderop zoeken. Die stroom baart Europa zorgen en veroorzaakt ook hier debat. We hebben een paar vragen die je eigenlijk niet durft te stellen over de vluchtelingencrisis op een rijtje gezet.
Die foto’s van vluchtelingen op stranden met mobieltjes intrigeren, irriteren en laten wenkbrauwen fronsen. Vluchtelingen moeten toch alles achterlaten, zij hebben toch niets meer? Waarom hebben ze dan wel een mobiele telefoon?
Inderdaad. Veel vluchtelingen die op de Griekse eilanden aankomen hebben, vlak voordat ze aan boord gingen van zo’n rubber bootje, driekwart van hun bezittingen moeten weggooien. Hoe minder bagage, zo rekenen de smokkelaars, des te meer mensen er in een bootje gepropt kunnen worden.
Wat zou jij meenemen als je plotseling moest vluchten?
Syrische vluchtelingen zijn mensen die nog niet zo lang geleden net als jij werk en inkomsten hadden of een opleiding volgden, op vakantie en avondjes uit gingen met vrienden. Velen leefden zoals wij leven. Binnen deze levensstijl is het hebben van een mobiele telefoon geen vreemd fenomeen.
Wat zou jij meenemen als je plotseling moest vluchten? Precies. Een mobiele telefoon maakt het mogelijk om contact te houden met je familie, via Google Maps vind je de weg in een vreemd land, je hebt foto’s van je dierbaren bij je en via sociale media word je gewaarschuwd voor mogelijk gevaar.
Een mobiele telefoon kan je, anders dan bijvoorbeeld een fotoalbum, in je zak stoppen wanneer je op de vlucht slaat.
Veruit de meeste vluchtelingen blijven zo dicht mogelijk bij ‘thuis’. Om meteen terug te kunnen keren als de situatie daar verbetert. 92 procent van alle Syrische vluchtelingen wordt opgevangen in de vier buurlanden: Turkije, Libanon, Jordanië en Irak. Maar die landen kunnen de opvang niet meer aan. Vooral in de steden is de situatie nijpend, die zijn overvol.
Wist je dat in Istanbul inmiddels meer Syrische vluchtelingen leven dan in heel Europa bij elkaar?
Honderdduizenden vluchtelingen overnachten in kleine kamertjes, leegstaande gebouwen, tentenkampjes of op straat. De medische zorg schiet tekort, kinderen gaan soms al jaren niet naar school. Er is onvoldoende toegang tot voedsel en schoon drinkwater. Vluchtelingenkinderen moeten de straat op om te werken, zijn daar gemakkelijke slachtoffers van seksueel geweld en uitbuiting. Vrouwen worden gedwongen tot ‘survival-seks’. Dát zijn de omstandigheden waarin veel mensen besluiten verder te vluchten.
Saoedi-Arabië, Qatar, Koeweit, Bahrein en de Arabische Emiraten: het zijn rijke Arabische landen die dichtbij Syrië liggen. Waarom vangen deze rijke landen geen vluchtelingen uit de regio op? Er gaan verschillende berichten en cijfers rond over het opnamebeleid van de Golfstaten.
Gek is dat niet: tot nu toe weigeren deze landen het vluchtelingenverdrag te ondertekenen. Syriërs op de vlucht worden in deze landen dus niet als vluchteling geregistreerd. Het staatspersbureau van Saoedi-Arabië claimt echter dat het land al ruim 2,5 miljoen Syriërs zou hebben opgevangen. Dit kan niet worden bevestigd door de UNHCR, die vluchtelingenstromen wereldwijd in kaart brengt.
Het blijft dus ondoorzichtig wat de rijke Arabische landen daadwerkelijk in eigen land doen aan opvang van (Syrische) vluchtelingen, maar het lijkt erop dat de landen weinig vluchtelingen opnemen. Niet alleen vanuit het buitenland komt hier kritiek op: “De Golfstaten hebben als medemoslims een grotere verantwoordelijkheid dan de Europeanen”, aldus studenten uit Saoedi-Arabië.
Wat doen de golfstaten wel?
Het is echter niet zo dat de Golfstaten helemaal niets doen. “Sommigen zijn erg flexibel met vernieuwen van visa. Ze sturen in elk geval geen Syriërs terug de oorlog in.”
Bovendien dragen Saoedi-Arabië, de Arabische Emiraten, Koeweit en Qatar bij aan humanitaire hulp bij het Syrische conflict via UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA). Bij elkaar hebben deze landen inmiddels bijna 400 miljoen dollar bijgedragen en nog eens ruim 300 miljoen dollar toegezegd tot eind 2015.
Na de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Europese Unie, staat Koeweit op nummer 5 van landen die het meeste geld doneren voor humanitaire hulp aan de slachtoffers van het Syrische conflict.
Het klopt dat er op dit moment meer mannen dan vrouwen of kinderen richting Europa vluchten. 55% van de vluchtelingen die de Middellandse Zee oversteekt, is man. 28% is kind en 17% is vrouw.
Veel Syrische jonge mannen hebben de afgelopen maanden een oproep gekregen te dienen in het leger van Assad. Dat was voor velen reden om te vluchten.
Daarnaast zijn er ook veel mannen die hun gezin achterlaten en alleen op pad gaan, omdat ze de verhalen kennen van gevaren onderweg. Zij willen hun vrouw en kinderen daar niet aan blootstellen. Of ze weten hoeveel de mensensmokkelaars rekenen en hebben niet genoeg geld voor het hele gezin.
Vaak gaan deze mannen er vanuit dat ze, als de eindbestemming is bereikt en zij de asielstatus verkregen hebben, aanspraak kunnen maken op het recht op gezinshereniging. De mannen beseffen niet dat asielprocedures soms heel lang duren, en dat de gezinshereniging dus vaak lang op zich laat wachten.
(Syrische) Vluchtelingen zijn op de vlucht, juist vóór het terreur van IS en andere gewelddadige groeperingen. Ze ontvluchten dictatoriale of fundamentalistische regimes en zoeken veiligheid in landen zonder extremisme en geweld.
Na de aanslagen in Parijs berichtten de media dat twee van de aanslagplegers in de vluchtelingenstroom via Griekenland Europa zouden zijn binnengekomen. Tot dusver is dat nog niet bevestigd door de autoriteiten. De paspoorten die in Parijs werden aangetroffen zijn vals. Wie er waar naartoe heeft gereisd, op die paspoorten, is onduidelijk.
Oordeel Europese veiligheidsdiensten
Europese veiligheidsdiensten wijzen er daarnaast op dat het heel onwaarschijnlijk is dat jihadisten zich mengen onder de vluchtelingen. De kans dat ze onderweg ontdekt worden, zo zegt ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Dick Schoof, is veel te groot. Er zijn, volgens hem en zijn Europese collega’s, voor terroristen minder risicovolle manieren naar Europa te reizen.
De Europese Unie sloot onlangs een deal met Turkije. In ruil voor 3 miljard euro moet dat land de stroom vluchtelingen richting Europa indammen.
Wij vinden het een goede zaak dat Turkije Europese steun krijgt ter verbetering van de omstandigheden van opvang van de ruim 2 miljoen Syrische vluchtelingen in het land, maar 3 miljard euro is geen tovermiddel.
Het zal nog jaren duren voordat er goede, gedegen, verantwoorde projecten op het gebied van bijvoorbeeld huisvesting, werkgelegenheid, onderwijs en medische zorg zijn opgezet. Probleem daarbij is dat het overgrote deel van de miljoenen Syrische vluchtelingen in Turkije niet in kampen woont, maar in steden.
Het traditionele beeld van eindeloos veel tenten en overvolle vluchtelingenkampen klopt namelijk allang niet meer. Bijna 60 procent van alle vluchtelingen wereldwijd woont in steden.
In Istanbul vinden ruim 350.000 Syrische vluchtelingen onderkomen. Ze overnachten in leegstaande gebouwen, onder viaducten of in kleine kamertjes met een torenhoge huur. Vluchtelingen in grote steden moeten zichzelf met slecht betaalde baantjes zien te redden, ze worden uitgebuit. Ze hebben amper toegang tot medische hulp of onderwijs.
In grote steden verdwijnen vluchtelingen uit beeld. Hoe komt die 3 miljard euro dan terecht bij de mensen die dit het hardst nodig hebben? Dit vereist een andere aanpak van vluchtelingenhulp.